Nieuws
Trainingen
Wedstrijden
Over Hogerop
Weblogs
Shop
Login voor leden

Weblogs

Kees de Vrij

Dilemma’s van een trainer

Training geven is welbeschouwd een onmogelijke opgave. Blijmoedig maar toch steeds weer lichtelijk gespannen begin ik er aan. Anderhalf uur later weet je of het ook deze keer weer gelukt is: mensen stappen al dan niet blij van het ijs.

Training geven is welbeschouwd een onmogelijke opgave. Blijmoedig maar toch steeds weer lichtelijk gespannen begin ik er aan. Anderhalf uur later weet je of het ook deze keer weer gelukt is: mensen stappen al dan niet blij van het ijs.

Omdat ze het gevoel hebben lékker bezig geweest te zijn. En ‘lekker’ mag je breed uitleggen: iets geleerd, je flink ingespannen, fantastisch of gewoon fijn schaatsgevoel gehad, samen met anderen iets moois tot stand gebracht, de ruimte gekregen om ‘je eigen ding te doen’, ondanks een ‘slechte dag’ er tóch nog iets van hebben kunnen maken, etc. etc.

In een ideale setting (mensen die opbeperkt de tijd en de mogelijkheden hebben, altijd goed ijs, altijd goeie omstandigheden, alle ruimte op het ijs, alle mogelijke middelen beschikbaar, een groep schaatsers met duidelijke doelen, etc, etc) is het nog steeds heel moeilijk om de ideale training voor iedere schaatser neer te zetten maar dan kun je toch een heel eind in die richting komen. Ga eens lekker 1 of misschien wel 2 weken achter elkaar in Collalbo of Inzell zitten. Mooie omgeving, goed ijs. Zorg dat je verder niets aan je kop hebt en ga lekker met schaatsen aan de gang.

De praktijk op de Edenbaan is meestal anders. Een voorbeeld: een uur schaatsen is eigenlijk veel te kort. Je zou na het eerste uur, na de ijsverzorging, op opnieuw mooi ijs en met een ingewerkt lichaam nog een minuutje of 20 door moeten kunnen gaan. Dán ben je coördinatief vaak op je best. Probeer het maar eens uit. Even de schaatsen uit, wat rekken, eten, drinken en dán nog weer terug het ijs op. Wouw! Op zaterdagochtend kan dat niet. Het alternatief, in de Skeeve gezellig koffiedrinken, is natuurlijk niet verkeerd, maar toch…

Schaatsen draait om techniek. Maar je moet in je kop niet overspoeld worden met technische input. Input die op zich goed is kan toch verkeerd uitpakken omdat het teveel is of op het verkeerde moment aangeboden worden. Mijn eigen ervaring: af en toe pik ik links of rechts iets op en dan ga ik er voor mezelf in alle rust mee aan de gang. Dát levert mij het meeste op.

Uit een paar centrale thema’s (terugsturen, acties van de heupen, doorgaande bewegingen, etc) komen dan vanzelf een heleboel varianten bovenborrelen, al ‘pielend’. Grote en kleine dingen die allemaal te herleiden zijn tot -en invloed hebben op- de hoofdzaken.

Bij mij werken ze dan, ik heb ze uitvoerig getest. Maar dat wil niet zomaar zeggen dat ze bij jullie ook werken. En zeker niet à l’instant. Er kan een incubatieperiode (soms járen) overheen gaan. In welke mate moet ik jullie met mijn ‘uitvindingen’ lastig vallen? En wie heeft baat bij wat? Van de 1001 dingen die ik uitprobeer komen er maar een paar bij jullie terecht. De ervaring heeft me geleerd niet iedereen met van alles te overstelpen. Maar misschien doe ik je daardoor juist wel tekort…

Iedere mens, iedere sporter, zit anders in elkaar. Gelukkig wel. Toch is het bijna onvermijdelijk dat je je eigen schaatsgevoel en -situatie als uitgangspunt neemt. Mijn situatie is tamelijk perfect: ik kan op de Jaap Edenbaan gaan schaatsen wanneer ik wil. Ik weet precies wanneer de ijsverzorgingstijden zijn en wanneer het rustig op de baan is. Er gaat geen week voorbij of ik tref wel een paar keer ‘Collalboiaanse omstandigheden’ aan in de Watergraafsmeer. Op die momenten kan ik optimaal met techniek bezig zijn, in mijn ogen het mooiste wat er is op de schaats.

Om jullie ook zoveel mogelijk in staat te stellen dat soort momenten mee te pakken is het mijn gewoonte om bij door mij gegeven trainingen pas na ca. 15 minuten te verzamelen en de eerste centrale trainingsopdracht te geven. Om de volgende reden:

Onder omstandigheden zoals ze vaker wel dan niet voorkomen is het Amsterdamse ijs meestal niet lang goed, na een minuut of 20 is het beste er al af. Daarom moet je altijd als eerste op het ijs staan en dan een hele poos achter elkaar bezig kunnen zijn met ‘in’ het ijs komen. Te laat op het ijs staan is je eigen schuld. Daar kan ik verder niet veel aan doen. Maar de groep langs de kant zetten, ze uit hun inrij-rituelen halen, terwijl het mooie ijs ligt te verrotten is puur zonde. Dat alle andere trainers dat wel doen met hun trainingsgroepen, tja…. Dat heeft voor mijn rijders als bijkomend voordeel dat het gedurende een minuut of 5 ook nog eens lekker rustig op de wedstrijdbaan is.

De voordelen van mijn aanpak zijn evident. Leek me…

Groot was dan ook mijn verbazing dat Hogeroppers in hun evaluatie van vorig seizoen nu juist dit punt negatief waardeerden, zo meldde mij althans de T.C. voorafgaand aan dit seizoen. Geluiden als ‘We hoeven ons niet te haasten, Kees begint toch pas na 7.15’. En: ‘We weten niet wat we moeten doen bij het inrijden’
In mijn denken is dit absurd. Ik krijg nooit training, maar ik weet altijd wat ik wil/moet doen. Ik was flabbergasted, had de gemiddelde Hogeropper meer schaatswijsheid toegedicht. Maar ja, ieder mens is anders… En het is natuurlijk ook wel lekker om al vooraf te weten wat je tijdens de kern van de training te wachten staat.

We hebben het mooi opgelost: ik zit vrijdagmiddag te zweten op mijn ‘lesvoorbereiding’, jullie lezen het die avond, slapen er een nachtje op en weet wat je te wachten staat. En die 15 minuten inrijden op het mooiste ijs van de ochtend hebben we er lekker ingehouden!

Terug naar overzicht met weblogs